1. De app leest het MAC-adres van de netwerkinterfacecontrollers (NIC's) van de laptop. Het zal eerst proberen het MAC-adres van de ethernet-NIC te lezen als er een in de laptop zit. Als de ethernet-NIC niet op de laptop zit, zal het de WiFi-NIC lezen. De app slaat vervolgens het MAC-adres van de laptop op als de primaire NIC in het register van Windows. Dit zal door de app worden gebruikt voor MAPT.
2. Wanneer u de adapter of dock met ethernet in de laptop steekt, leest de app de Apparaat ID van de adapter/dock en slaat de waarde op in het Windows®-register.
3. Wanneer u MAPT inschakelt, doet de app de volgende dingen in deze volgorde.
a. Schakel de primaire NIC of NIC's uit (ethernet of WiFi van de computer).
b. Kopieer het MAC-adres van de primaire NIC uit het register naar de stuurprogramma-instelling van de adapter of het dock.
c. Reset het doeldock of de adapter om het MAC-adres te wijzigen.
Geef het huidige MAC-adres van de adapter of dock weer in de app.
4. Als u MAPT in de app uitschakelt, wordt het MAC-adres van de adapter of het dock teruggezet naar de standaard MAC in de netwerkstuurprogramma-instelling en wordt de primaire NIC opnieuw ingeschakeld.